Comforters/Quilts

Met elkaar comforters maken die verzonden kunnen worden naar gebieden waar mensen in nood zijn. Dat willen wij als DGU maandelijks doen. Comforters zijn een soort quilts die daadwerkelijke ‘comfort’ bieden doordat ze bijvoorbeeld dienst kunnen doen als deken.

Recent hebben een aantal mensen van de DGU instructie gekregen hoe zo’n comforter in groepsverband gemaakt kan worden. Vanaf november willen we maandelijks een middag samen komen om ook bij de DGU comforters te maken. Data worden nog bekend gemaakt, zie DND en agenda.

Wat hebben quilts of comforters te maken met doopsgezinden?

Quilts worden al honderden jaren gemaakt, als herinnering, of om troost te bieden. In grote delen van de wereld worden stukjes stof waar dierbare herinneringen aan gekoppeld waren, verwerkt tot kleden, soms in heel mooie kunstzinnige patronen. Deze kleden worden gebruikt als siervoorwerp of als sprei/deken. Vaak kregen ze een naam zoals Jacobsladder, Log Cabin of Wedding Ring. Achter deze mooie patronen (de top) volgt een vulling (soms een oude deken, watten of oude stofjes) en als laatste word een achtergrond gebruikt. Dit was vaak een oud laken of een meelzak. Deze drie stoflagen werden met kleine stiksteekjes in mooie patronen aan elkaar genaaid.

Bij een comforter is het patroon -vaak- eenvoudiger en rijgt men dikke draden in grote lussen door de drie stoflagen heen, deze draden worden doorgeknipt en geknoopt om zo de drie lagen met knoopjes bij elkaar te houden.

Na de Tweede Wereldoorlog zijn op deze manier door het Mennonite Central Committee – de doopsgezinde internationale hulporganisatie – veel quilts en comforters in Nederland verdeeld. Door de oorlog was veel kleding en beddengoed geheel versleten of moest verbrand worden i.v.m. ongedierte. Toen zo’n 400 Oekraïense doopsgezinde vluchtelingen na de oorlog, ruim een jaar in Nederland ondergebracht moesten worden voor zij verder konden trekken naar Zuid Amerika, zijn er ook veel comforters uitgedeeld aan mensen die onderdak boden aan deze vluchtelingen.

De quilts/comforters worden bijna nooit weggegooid of verkocht, maar vaak doorgegeven aan weer iemand die wat troost en warmte kan gebruiken. ‘Als quilts toch eens zouden kunnen praten, wat zouden sommigen dan bijzondere verhalen kunnen vertellen’.

Sinds 2014 worden in diverse doopsgezinde gemeenten in Nederland comforters gemaakt en verzonden naar gebieden waar mensen in nood zijn, zoals vluchtelingenkampen rond Syrië en Oekraïne.